Kerskaart 2018

THE SEPTEMBER OF MY YEARS

Tuam, Ierland 1939

Nu Tony Flanaghan op de boot zat naar Engeland, pakte hij het kleine pakketje uit wat zijn moeder hem bij het afscheid vlug in zijn handen had gestopt.
‘Kijk maar wat er in zit als je in Engeland bent’ had ze hem met betraande ogen toegefluisterd.
Omdat dát nog enkele zeemijlen duurde, kon hij zich niet meer bedwingen: en och… zo’n boot is uiteindelijk toch ook een beetje Engeland, dacht ie.
Trouw deed ie altijd wat zijn moeder hem gebood. Hij bewonderde haar voor het doorzettingsvermogen om als alleenstaande moeder hem zo goed als mogelijk was een onbezorgde, prettige jeugd te bezorgen. En dat onder toch al niet florissante omstandigheden waarin zich die voltrok.
En nu was het tijd om iets terug te doen…..

Samen met Frank, zijn neef maar ook beste vriend, hadden ze besloten om hun geluk te zoeken in Engeland.
Min of meer gedwongen, omdat zijn moeder Tess het hoofd nauwelijks boven water kon houden om voor haar en Tony te voorzien in hun levensonderhoud.In Frank vond hij een vriend, die ook door de armoede zijn vleugels uit moest slaan op weg naar betere tijden en oorden.
Dus naar Engeland! Ook al was het ‘not done’ om naar een land te gaan waaraan de Ieren zich juist ontworsteld hadden om onafhankelijk te worden.
Wat zouden de mensen in zijn geboortedorp daarvan denken?
Maar ja…..doordat het openbaar bestuur organisatorisch de zaken maar niet op orde kreeg, schoot de medische zorg plus de woon- en werkgelegenheid er danig bij in.
De toekomstperspectieven voor Frank en Tony waren daardoor óók ongunstig. En dat was zwak uitgedrukt!
Beiden waren ze nog maar 18 jaar. Hun leefomstandigheden waren abominabel slecht. Veel mensen stierven vroegtijdig aan TBC. Want die besmetting is moeilijk te bestrijden met slecht voedsel en het wonen in koude, vochtige en beschimmelde huizen.

Tony had zijn vader nooit gekend. Die was 5 maanden vóór zijn geboorte gestorven aan die vreselijke ziekte. Vóórdat hij met Tess zou trouwen.
En dus moest Tess als ongehuwde moeder hard ploeteren om rond te komen.
Omdat ongehuwd moeder zijn als een schande werd beschouwd in dat katholieke dorp, kon ze ook op weinig hulp rekenen van haar mededorpsbewoners.
‘I’m gonna buy you a big house and a nice car’ had hij zijn moeder als kind al beloofd als ze wel eens mistroostig voor zich uit zat te staren ‘as soon as I’m a grown-up and earn a lot of money.’
Tony voelde al vroeg de verantwoordelijkheid om zijn moeder in haar harde bestaan te steunen. Ze was dienstmeisje bij een boerenfamilie die het zelf ook niet breed had. Maar aan ander werk komen waarmee ze meer kon verdienen, was niet mogelijk. Ze was al blij dat ze werk hád.
Door die verantwoordelijkheid was Tony al vroeg volwassen en nu was de tijd om actie te ondernemen om de al jarenlang gekoesterde belofte aan zijn moeder werkelijkheid te laten worden.
Natuurlijk had ze hevig geprotesteerd, toen hij over zijn plannen vertelde. Een paar jaar wegblijven om meer te verdienen dan in Ierland. En dan ook nog in Engeland…..?
Maar toen Tony voor de zoveelste keer nul op het rekest kreeg toen hij probeerde aan werk te komen, moest ze hem wel laten gaan.
‘Ik zal je iedere maand schrijven en als ik terugkom heb ik zoveel verdiend, dat we 1 week voor ‘beachholidays’ naar Skerries gaan.’
Skerries was een Ierse kustplaats die vooral door de wat rijkere families als vakantieplaats werd gebruikt….

‘En….wat zit er in dat pakje?’ Frank was net zo benieuwd als Tony.
Die veegde met de rug van zijn hand langs zijn ogen, veinzend dat de zeewind zijn ogen deden tranen.…. Even werd het hem te veel toen hij zag wat er in het met mooi roze inpakpapier ingepakte pakketje zat: een rood halssnoer.
Zijn moeder droeg dit altijd op de weinige dagen dat er iets te vieren viel. Ze had het gekregen van Tony’s vader toen hij haar ten huwelijk vroeg. En nu had hij het hier in zijn handen.
Tony ontvouwde het briefje wat ingesloten zat in het pakketje:
‘This is your guardian angel, hope it will protect you. Take this home for your future wife and shall protect her. Good luck, much love, Your mother, Tess’ stond erop te lezen.
‘Dat snoer herken ik’ zei Frank ‘dat droeg jouw moeder altijd als jij jarig was’.
‘Ja’ zei Tony, terwijl hij zo achteloos mogelijk het papiertje en het snoer in zijn broekzak frommelde. Hij wilde niet aan Frank laten zien dat hij juist nú twijfelde of ze dit avontuur wel aan moesten gaan……

Juni 1944

En nu zat ie wéér op een boot. Een héél andere boot…..een landingsvaartuig.
Jarenlang had Tony getraind en geoefend in gevechtssituaties. Samen met zijn maten van de 49th West Riding Infantry Division. Ook wel ‘Saturday Night Soldiers’ genaamd. Een soort elitekorps van goed getrainde infanteriesoldaten.
En omdat ze regelmatig trainden onder barre koude omstandigheden noemden ze zichzelf ook wel ‘The Polar Bears’.

Toen ze in Engeland aan waren gekomen was het daar ook moeilijk om werk te vinden door de dreigende oorlog met Duitsland. De economie zat nou niet direct in een fase van voorspoed.
Na lang zoeken kreeg zijn neef Frank het ‘t eerst voor elkaar om werk te vinden.
Ze hadden gezworen bij elkaar te blijven, dus het liefst bij dezelfde werkgever. Maar er was maar één werkplaats beschikbaar.
Met de gedachte dat eenmaal in dienst bij deze werkgever er daar ook gemakkelijker een plaats voor Tony verkregen zou kunnen worden op voorspraak van Frank, nam deze de kans om de baan aan te nemen.
Het was kiezen voor déze mogelijkheid of werkeloos blijven. En hoelang dat dát kon duren….?
Één werktak zat echter wel dringend om personeel verlegen, het leger. Niet direct een werkgever met leuke toekomstvooruitzichten als er een oorlog in het verschiet lag. Maar ja, als dit het enige alternatief was?
Je was in ieder geval verzekerd van werk! En….redelijk betaald werk! Zeker als je het vergeleek met de thuissituatie in Ierland. Je kreeg minstens het dubbele weekloon. En dan ook nog inclusief onderdak en eten!
Tony meldde zich aan. Ach, voor een jaartje…. Als ie ander werk had kon ie nóg zijn ontslag nemen.
En als ie zich aanmeldde bij een speciale eenheid kreeg ie nog meer soldij.
Aan de voorwaarde dat ie een meer dan bovenmatige conditie moest hebben om de zware trainingen te doorstaan, moést hij kunnen voldoen. Bij sportwedstrijden op school blonk hij immers altijd al uit.
Als je dan toch het avontuur opzoekt….? Wie weet wat voor carrière hem nog te wachten stond.
Op het aanmeldingsformulier zag ie dat de minimum leeftijd 22 jaar was.
Echter, Tony bemerkte spoedig dat door die oorlogsdreiging de nood om aan personeel te komen zo groot was, dat de controle op identiteit nauwelijks of niet aanwezig was. Dus ach…..wat kon ie verliezen.
Hij waagde het er op en vulde de minimum leeftijd van 22 jaar in. Dat scheelde slechts een kleine drie jaar, vond ie. Dus…. ‘who cares’?
Omdat Tony, als ie straks weer terug naar Ierland ging, er niet voor uit wilde komen dat hij een jaartje in het leger gediend had, nota bene ‘the goddamn English Army’, vulde hij ook maar een andere naam in: Frederick Kelly.
En inderdaad….niemand bemerkte zijn onschuldige malversaties. Om ‘n paspoort werd niet gevraagd.

Zijn neef Frank zag hij om de veertien dagen als ie verlof had. En dan vertelde hij enthousiast over de barre trainingen om gevechtssituaties te kunnen overleven. Over de kameraadschap.
Doordat hij bij een elitegroep van infanteristen behoorde waren ze als groep erg op elkaar aangewezen. Het succes van de hele groep was afhankelijk van de onderlinge verbondenheid met elkaar. Omdat ze blind op elkaar moesten vertrouwen, werden vriendschappen voor het leven gesloten.
‘Om je maten te redden moet je desnoods je leven in de waagschaal stellen’. Dat was het ‘Division’motto.
‘De sterkte van de groep is afhankelijk van de zwakste man’.
Tony, maar nu Frederick Kelly dus, werd daardoor steeds fanatieker. Niemand van de groep wilde de zwakste zijn.
Binnen de groep ontstond een sportieve rivaliteit om de beste te zijn. Alleen met dié restrictie: je behoorde niet de held te spelen in je eentje, maar met de hele groep.
Ieder individu had een eigen specialisatie: de een was goed in kaartlezen bijvoorbeeld, de ander was scherpschutter. En zo herbergde de groep nog meerdere specialisten: in springstoffen, radioverbindingen, wapens, terreinverkenners die correcties van granaatinslagen door konden geven aan de artillerie. Maar ook had je tankherkenners, die bekend waren met snelheid, draaicirkel, schietvaardigheid, schietafstand en de inslagschade van de granaten die afgevuurd worden van iedere vijandelijke tank. Ook specialisten die wisten hoe vijandelijke tanks door infanteristen uitgeschakeld moesten worden. En met welke wapens.
Zat iemand tijdens een training in een benarde positie, dan werd hij daar eerst uitgehaald voordat men verder ging om het beoogde doel te halen. Aanvankelijk kost dat tijd, maar aan het eind win je dat weer terug, doordat mensen met specialisaties tot het laatste inzetbaar blijven. De kwaliteit van elke missie is afhankelijk van deze groepshouding.
Het blijft moeilijk: de mens is van nature competitief ingesteld als individu. Menige groepssamenwerking strandt door onderlinge strijd om de macht.
Daarom werd tijdens die zware trainingen heldengedrag van de eenling afgestraft en zich opofferen voor de groep geprezen. Zó hard werd het gesteld!
Een overwinning behaal je niet alleen, die behaal je met z’n allen. Want dan alleen sta je véél sterker en de kans is veel groter dát je deze overwinning behaalt.
De trainingen betekenden niet alleen een omschakeling op fysiek gebied, je laatste restje inspanningsvermogen werd immers aangesproken. De mentaliteitsomschakeling was geestelijk van eenzelfde zwaar kaliber: jouw individuele belangen opofferen aan het groepsbelang.

Toen Tony’s elitegroep uiteindelijk na enkele jaren met intensieve trainingen de opdracht kreeg om mee te doen aan een geheime missie om te proberen een einde aan de oorlog te maken, was de groep bereid om eindelijk datgene te kunnen doen waarvoor ze jarenlang geoefend hadden.
De oorlog met Duitsland was inmiddels na de inval in de buurlanden al sinds 1940 een feit.
Tony voelde een mengeling van zenuwachtige opgewondenheid en trots.
Trots….hij als eenvoudige, arme jongen uit Ierland mocht een bijdrage leveren aan de wereldvrede. Samen met zijn elitegroep.
De volgens de dorpelingen uit Tuam in Ierland door zijn afkomst geminachte en nietszeggende jongeling, wilde zich nu bewijzen door mee te helpen heel Europa te bevrijden van het juk van een door een narcistische gek in gang gezette beweging om heel de wereld in zijn greep te krijgen.
Wat zou zijn moeder trots op hem zijn!
Weg alle hoon van de dorpelingen vanwege haar ongehuwd moederschap, als hij weer terug zou keren naar Ierland.
Hij zag het al voor zich: ‘Ken je Tony Flanaghan, van Tess die ongehuwde moeder die bij die boerenfamilie werkt….die heeft met zijn elitekorps Europa kunnen bevrijden. De wereldvrede hebben we ook aan hem te danken ….’

‘I’ll do this for you mum….’ Hierbij nam hij bij ieder belangrijk moment in zijn leven zijn moeders’ talisman, het rode kralensnoer, menigmaal in zijn handen en klemde ieder kraaltje stevig tussen zijn vingers….een voor een.
Vlak voor hij op die geheime missie ging, sprak hij met zijn neef Frank.
Neen, hij kon niets zeggen wanneer en waarvandaan hij vertrok, dat wist ie zelf ook niet….afhankelijk van de weersomstandigheden, maar binnenkort.
‘Ik kom terug….binnen enkele maanden’ had ie beloofd.
En daar was Tony ook van overtúigd! De vijand leed hier en daar al verliezen door de vele bombardementen en zijn groep moest meehelpen om dat werk af te maken.
Ze hadden niet voor niets onder barre winterse omstandigheden geoefend en deze missie zou niet zo zwaar kunnen zijn. Tenslotte was de zomer in aantocht en de groep moest samen met andere zwaar bewapende divisies met artillerie, Canadese tanks en flinke luchtsteun van vele vliegtuigen, de strijd aangaan. Dus Tony had er alle vertrouwen in…
Daarnaast was de strategie bekend bij de Engelse manschappen dat de Duitsers aangevallen zouden worden bij verrassing, op een punt waar de ‘Tommies’ alleen maar rekening hoefden te houden met een zwakke verdediging. ‘Tommies’ de bijnaam van de Engelse militairen.
Als Engelse soldaten de strijd aangaan samen met geallieerde strijdkrachten uit verschillende grote landen tegen slechts één land….dat moét toch lukken?
Toen hij nog op school zat, was ie toch ook altijd de beste bij sportwedstrijden?
Tony twijfelde er niet aan: ‘Eindelijk datgene doen waarvoor we zwaar getraind hebben….’
Neen, hij rekende er vast op: met Kerst zou hij weer terug naar Ierland gaan. Naar zijn moeder. Samen zouden ze hartelijk kunnen lachen om zijn geheime schuilnaam ‘Private Frederick Kelly, son of Teresa, nu niet met de achternaam Flanaghan maar Tess Kelly’……

De zee was ruw……
Naast hem zaten zijn goede vrienden van ‘The Polar Bears’ in het landingsvaartuig. Een enkeling was de ruwe zee te veel en kieperde zijn maaginhoud deels overboord.Of was het de spanning? Nu was het echt!
Alle voorkomende gevechtssituaties hadden ze in het geheim getraind op terreinen die zo ver mogelijk verwijderd waren van dorpen en steden. Om spionage te voorkomen.
De overtocht en de landing daarna met zo’n landingsvaartuig hadden ze daardoor niet goed kunnen trainen, dan slechts met een korte briefing vooraf. Maar dat moest voldoende zijn.
‘Good luck’ besloot hun commandant de briefing ‘the protection of our country England is in your hands….’
Omdat ‘de Polar Bears’ een uiterst getrainde elitegroep was waarop zwaar was geïnvesteerd, zouden ze als een van de laatste landingsvaartuigen de kust bereiken.
De manschappen in de eerste landingsvaartuigen waren vooral getraind om het verweer van die ‘paar’ hopelijk niets vermoedende Duitsers af te slaan. Zodoende werd plaats gemaakt voor de volgende golf landingsvaartuigen waarin de manschappen zaten die op het land ingezet moesten worden voor diverse missies. Omdat deze als groepen zoveel mogelijk kompleet moesten blijven, moest hier de kans op het aantal gewonden of gesneuvelden bij de landing zo klein mogelijk gehouden worden.

In de verte hoorde hij het vele geratel van de mitrailleurs en de doffe knallen van kanonnen en handgranaten. Het geluid van die handgranaten was een teken dat er in ieder geval man-tegen-mangevechten bezig waren.
Aan de hier en daar opspattende waterfonteinen op tientallen meters afstand was duidelijk te zien dat hun vaartuig ook onder vuur lag.
Tony klemde zijn moeders kralensnoer als een talisman in zijn handen en draaide hem om zijn pols.
‘Help me….ik heb nú je steun nodig!’
‘Damn’….deze tegenstand had ie niet verwacht. Dit werd nog een zware strijd.

De aanblik van het oorlogstafereel dat zich voor Tony letterlijk ontrolde was shockerend, toen de klep van hun landingsvaartuig naar beneden ging….. De mensheid was hier driftig bezig om haar wereld te vernietigen.
‘Zinloos….in een woord zinloos!’ Het was of ie naar een film keek. Maar nu speelde hij zelf erin mee.
Lang kon hij niet nadenken over de zinloosheid van deze oorlog.
Een golf water overspoelde zijn lichaam. Bijna vergat hij het belangrijkste wat hij geleerd had tijdens die trainingen: zijn geweer moest droog blijven. Zijn enige garantie om in leven te blijven.
Automatisch hield hij zijn geweer omhoog toen hij door het water rende om snel op het strand dekking te zoeken achter enkele wrakstukken van de door de eerste schepen vele gedropte en zwaar beschoten voertuigen…..

Oktober 1944, Ulvenhout, Nederland. Buurtschap Couwelaer.
Met zijn geweer op heuphoogte liep hij het kronkelende met hoge populieren omrande zandweggetje af. Dekking zoekend achter een Canadese tank.
De Canadezen hadden aan de Engelsen gevraagd om wat elite manschappen te leveren om gespecialiseerde infanteriesteun te geven aan hun tanks. Naast hun tankgranaten die hele vijandelijke nesten in een klap konden vernietigen, moesten ook eventuele individuele sluipschutters aangepakt kunnen worden. De kans dat ze sluipschutters tegenkwamen was vrij klein, de meeste Duitsers waren op de vlucht geslagen toen ze de komst van de geallieerden vernamen, maar toch…. In deze fase van de oorlogsstrijd zijn er altijd soldaten te vinden die in blinde woede met een op handen zijnde mogelijke capitulatie het aanstaande verlies niet kunnen verkroppen en door blijven vechten tot ze er letterlijk bij neervallen. Of een rotsvast vertrouwen hebben in hun leider die vindt dat de strijd nooit verloren is. Hoe uitzichtloos die ook is.
Een verschijnsel van grootheidswaanzin, dat je vaak ziet bij ‘führers’ die ernstig lijden aan narcisme. Het gekke is: hoe groter deze kwaal, des te meer volgelingen deze malloten lijken te hebben…..

Gisteren was hij met zijn groep de grens overgestoken en hadden hun bivak opgeslagen, zo’n 100 meter terug van dat zandweggetje af.
Tegenover de schuur waarin ze de nacht doorbrachten hadden ze ’s avonds nog wat gedronken. In een schuilkelder, samen met de bewoners van het huis wat ervoor stond. Gelachen hadden ze om Tony’s grappen over de verschillen in taal van de Engelse begrippen en de Nederlandse.
Ook vertelde hij over de verschillende gevechtssituaties die hij overleefd had. Hoe verschrikkelijk de landing op Normandie was. Hoe zinloos. Maar dat dankzij deze actie het einde van de oorlog dichtbij moest zijn. Het zou niet lang meer duren…. ’s Hertogenbosch was al bevrijd.
Trots liet hij zijn talisman zien, de rode halsketting van zijn moeder. Hoe hij deze om zijn pols deed, telkens als hij in moeilijke gevechtssituaties terechtkwam: ‘My mothers protection….my Guardian Angel’.

De volgende dag moest Tony weer vertrekken om gevolg te geven aan zijn opdracht, het uitschakelen van mogelijke sluipschutters die de opmars van de Canadese tanks zouden bemoeilijken.
Hij zwaaide naar de mensen waarmee ie gisterenavond nog zo’n leuke avond had gehad.
Het herinnerde hem aan de buren thuis.
In tegenstelling tot veel van zijn dorpsgenoten waren die ook erg hartelijk en meelevend. Omdat ze bewondering hadden voor Tony’s moeder, hoe die zich als alleenstaande vrouw hem zo veel mogelijk een gelukkige jeugd probeerde te geven. Ondanks alle armoede….
De dochter van die Nederlandse mensen had nog een winkelhaak in Tony’s uniform hersteld.
‘Ben ik talloze moeilijke gevechtssituaties zonder kleerscheuren doorgekomen, krijg ik een winkelhaak in mijn uniform van een roestige spijker in die schuur….’
Met zoveel woorden had ie het niet verteld, maar met zijn contactrijke lichaamstaal en ‘you know’ kwam Tony een heel eind.
En ook vertelde hij waarom zijn uniform er zo goed mogelijk uit moest zien, hoe zwaar de gevechtsomstandigheden ook waren. In het uniform van een soldaat die bij zo’n elitegroep hoorde zaten geen gaten, laat staan winkelhaken.
‘Alleen in je laatste uniform zitten gaten…..’ was het opbeurende gezegde van hun drillsergeant.
‘Gladgeschoren en onberispelijk zittende kleding zorgen voor een grotere geestelijke standvastigheid’. Dat kreeg hij tijdens de zware trainingen regelmatig te horen van zijn groepscommandant.
In wat voor ruw terrein ze ook zaten, zodra ze wat tijd over hadden moest aandacht aan het uiterlijk besteed worden. Hoe zwaar de trainingen ook waren.
‘Jullie zijn een elitekorps, geen stelletje bij elkaar geraapte huursoldaten….. Daardoor dwing je meer respect af bij de vijand en die zou dan mogelijk wel eens eerder kunnen capituleren.’
Voor Tony geen onbekend nieuws: al tijdens sportwedstrijden op school was een goed verzorgd uiterlijk de eerste stap om de overwinning te behalen.
Een vastberaden, verzorgd uiterlijk dwong jouw tegenstander geestelijk vaak eerder tot opgave van de strijd. In tegenstelling tot onverzorgde en vermoeide gezichten. Die kunnen de tegenstander nog een extra zetje geven om er nog even tegenaan te gaan.
‘A clean face…..al moet je jezelf met een scherpe steen scheren…..’

Tony zwaaide nog eens….
Even leek het of ze hem niet herkenden, maar toen hij zijn naam zei: ‘…..Frederick….yesterday evening, you made….you know…?
Toen zwaaiden ze hartelijk terug: ‘Good luck’ een van de weinige Engelse woorden die de lieve ‘buren’ van gisterenavond kenden.
Het deed hem aan thuis denken. Even voelde hij of het kralensnoer in zijn borstzak zat. Klaar om deze om zijn pols te doen?
Maar vandaag zou ie die niet nodig hebben. Tot nu toe hadden ze in Nederland nog geen tegenstand gehad.
Op alle plaatsen waar Duitsers moesten zitten, waren ze verdwenen. Of ze hadden zich bij voorbaat al overgegeven…. Dat zou vandaag niet anders zijn.
De tank waar hij nu achter liep naderde een houten bruggetje over een beek.
Het landschap zag er vredig en stil uit. Veel bomen hadden al herfstkleuren. Maar ja, eind oktober….
Vlak vóór het bruggetje observeerde hij routinematig met zijn kijker de huizen en de bossages die opzij en voor hem lagen. Tijdens de vele trainingen in Engeland had hij geleerd om vooraf bepaalde gevechtssituaties te analyseren om daarop adequaat te kunnen anticiperen. Vooral afwijkende en onnatuurlijke veranderingen die niet in dat landschap thuishoorden. Zoals vreemd uitziende bosjes. Onnatuurlijke openingen of verdichtingen in houtwallen. Takken met dood blad. Alhoewel dat in de herfst wat moeilijker te zien is natuurlijk.
‘Blijf altijd alert en vertrouw nooit klakkeloos een terrein dat té stil is en vredig erbij ligt’ herinnerde Tony zich nog uit de trainingen van een doorgewinterde sergeant. Die had nog in de eerste wereldoorlog gevochten.
‘Een mooi landschap is té mooi in oorlogstijd. Dat kan binnen enkele seconden veranderen in een hel!’
Maar er waren geen vijandelijke activiteiten te bespeuren….dus geen merkwaardige of onnatuurlijke veranderingen te zien. Als geoefend scherpschutter had Tony een routine opgebouwd om zijn doelen op grote afstand te observeren en te analyseren.
De bomen van het bosje rechts van hem op zo’n honderd meter, werden met een laag strijklicht beschenen door de opkomende zon, waardoor de herfstkleuren nog mooier in beeld kwamen. De lichte nevel die zich ’s nachts in het beekdal bij het water genesteld had en nu bezig was op te lossen, gaf hem een uitermate melancholiek en vredig gevoel.
Tijdens oefeningen werd hem dan te verstaan gegeven om juist dán alert te blijven: ‘Een vredig gevoel bestaat alleen, als de oorlog voorbij is…’
Misschien kwam het door de hartelijkheid van de mensen van gisteravond. Of samen met de aanblik van het landschap wat hij nu aanschouwde. Even werd hij door heimwee overmand.
Was die verrekte oorlog maar snel afgelopen. Wat er ook gebeuren zou, Tony zou er alles aan willen doen om dat te bewerkstelligen.
Eigenlijk zag het er ook een beetje uit als thuis. Ook een beetje glooiend met zo’n beekdal. Die nevel…..
God….wat wilde Tony daar nú graag zijn! Thuis! Dat gevoel werd de laatste tijd steeds sterker.
Met Kerst zou ie…….hij schrok!
De tank was bij het oprijden van dat houten bruggetje plotsklaps door enkele dikke planken gezakt en nu had deze moeite om uit die beek op de steile kant te komen. Of beter gezegd, dat lukte niet!
Een andere tank zou de vastzittende tank wel eruit kunnen trekken. Dan moest Tony wel de omgeving eerst verkennen om te zien of er eventueel nog sluipschutters zaten, zodat manschappen van de tweede tank ongehinderd een sleepketting konden bevestigen.
Hij klom dus over de tank om de zandweg aan de andere kant weer te vervolgen.
Voorzichtig naderde hij in zijn eentje de eerste huizen die op ongeveer honderd meter van het bruggetje lagen. Niets wees nog op gevaar van vijandelijke kant.
Met andere woorden….geen mof te zien.
Het bosje wat hij zojuist bewonderd had om zijn natuurlijke schoonheid naderde hij nu van de andere kant.
Hij liep de bocht om en passeerde de paar huizen die zo’n vijftig meter van dat bosje aan het zandweggetje lagen.
Voor alle zekerheid pakte hij zijn verrekijker…. Niets verdachts te zien. Tot nu toe dan!
Hij keek naar links, naar huizen tegenover het bosje die op zo’n 50 meter afstand lagen.
Als ie met de ogen halfdicht door zijn oogwimpers keek en met veel fantasie….leek de omgeving een beetje op thuis: Ierland!
Plotseling….mitrailleurvuur van rechts, instinctief liet hij zich vallen. Tony voelde een scherpe pijn in zijn borststreek…..

DAMN…..!!!

Ulvenhout 1985

De trieste gebeurtenissen rond de enige gesneuvelde soldaat die mee heeft geholpen Ulvenhout te bevrijden eind oktober hebben enkele mensen, waaronder de schrijver van vele getuigenverklaringen gemeenteambtenaar Jac Jespers, ertoe aangezet feiten op een rijtje te zetten. Deze hebben geleid tot de uitgave van het boekwerk ‘Tussen Witte Wolk en Anneville’.
En daarin werd het relaas van een getuige van het sneuvelen van Tony Flanaghan als volgt opgetekend:
‘Jef Antonissen – woonachtig aan de Steenstraat (huidige Annevillelaan) zag het op afstand gebeuren. De Engelse infanterie van het Lincolnshire regiment – ook wel bekend als de Polar Bears – begeleidde de Canadese tanks. Zij trokken al enige dagen samen op.
Onderweg naar Breda en komende vanuit Chaam en Baarle Nassau joegen ze de Duitsers voor zich uit. Ze hielden bivak aan de Chaamseweg en op Couwelaer.
Toen ze plots opgeroepen werden om op Anneville verscholen Duitsers te overmannen, liep een infanterist, zwart geschminkt, achter de tanks aan. Tanks die over de smalle brug van de beek moesten zien te komen.
Jef Antonissen hoorde en zag van ver de tanks aankomen.
De voorste tank dook plots met zijn neus de beek in.
Er sprong een soldaat van achter de tank tevoorschijn en klom er overheen. Hij liep richting Anneville langs het huis van Janeke Geerts, maar viel plots neer; neergeschoten.
Jef hoorde vervolgens om hem heen de kogels inslaan en repte zich naar binnen.
Behalve Jef heeft waarschijnlijk niemand dit voorval gezien.
De Canadezen in de tank ook niet? Of leek dat maar zo.
Dezelfde middag werden de Duitsers uit Anneville gevangen genomen en ontdekte men ook de sluipschutters op het Bergske en nog éen bij de beek op Couwelaer.
Tegen de schemer, zo vertelt men in “Tussen Witte Wolk en Anneville “, vertrokken de tanks na een roerige dag.
Ze keken nog even rond en bemerkten dat alle manschappen compleet waren.

De jongen werd pas de volgende ochtend gevonden. Het was private Kelly.
De meisjes Sprangers hadden de andere avond plezier met hem gemaakt in de schuilkelder. In de borstzak van zijn uniformjasje vond men naast een papiertje met Engelse tekst ook een rode kralenketting …
Het heeft een tijd geduurd voordat men de moeder van de gesneuvelde Tony Flanaghan gevonden had.
Door de administratieve chaos na de oorlog en omdat Tony onder de naam private Frederick Kelly bekend stond in het Britse leger, werd Tony’s moeder pas later ingelicht over het overlijden van haar zoon.’

Tot zover het relaas.
Evenals het kerstverhaal van vorig jaar verhaalt deze ‘kerstvertelling’ ook over de oorlog ’40-‘45.
Niet direct een positief item om op te nemen.
Jeanne en ik willen echter wat meer stilstaan bij het individuele verhaal van de gesneuvelde soldaat, zoals we dat in de bovenstaande vertelling ook willen doen.
Veel van de in dat verhaal vertelde feiten heb ik gehoord van mijn vader.
Samen met een oom van mij hebben zij, gezeten op een tank, de Canadezen gewezen waar mogelijk nog Duitsers zouden kunnen zitten.
Zij hebben toen de gesneuvelde Tony ontdekt.
Veel slachtoffers vallen nodeloos in een oorlog, zoals ook in dit geval.
Één politiek akkoord dat slechts een uurtje later (omdat men eerst wil dineren…..?) wordt beslecht kost honderden slachtoffers extra. Ondergedompeld in de anonimiteit van de chaos.
Als je beseft dat elke door de onderhandelende machtshebbers geconsumeerde aardappel dan als het ware een paar slachtoffers kan kosten…..?
Alle Duitsers hebben zich in 1944 overgegeven bij het naderen van de grote geallieerde overmacht in Zuid-Nederland.
Er was slechts één Duitser in bovenstaand verhaal, die meende met zijn geweer in zijn eentje nog een troepenmacht met tanks tegen te kunnen houden.
Was het stoerdoenerij, overmoed, plichtsbesef of gewoon angst?
Waarschijnlijk dat laatste. Die Duitse soldaat was slechts 16 jaar oud!!
Toen mijn vader op verzoek van de Canadese tankcommandant de Duitse jongen met veel ‘Donnerwetters’ op zijn donder moest geven, begon deze jonge ‘mof’ te huilen….

Tony was ook slachtoffer geworden mede door dat ver doorgevoerd ‘nooit-opgeven-gedrag’ van deze Duitse soldaat. Het werd er door zijn meerderen ingeramd om zelfs in uitzichtloze situaties nog door te vechten. Ook al had dat geen zin meer.
Was de jonge soldaat bang om aangeklaagd te kunnen worden voor desertie, waarop in oorlogstijd de doodstraf staat?
HET grote probleem bij een naderende capitulatie: het verschil tussen soldaten die op voorhand geen strijd meer leveren en soldaten die van geen ophouden weten.
Een naderende capitulatie vergt een net zo grote oplettendheid op gevaar als in de volle strijd.
Mogelijk nog groter, vanwege die combinatie van fanatieker strijdende soldaten en soldaten die hun geconcentreerdheid op dat gevaar juist nonchalant onderschatten.
Nooit opgeven past natuurlijk helemaal bij het ‘heldengedrag’ van oorlogsstrijders, maar op een gegeven moment moet je de oorlogswaanzin een halt toeroepen. Vooral als er niet meer om de macht gestreden moet worden, maar om zoveel mogelijk slachtoffers te maken.
Ook in Groningen en Delfzijl volgden groepen ‘moffen’ de waanzin van hun ‘führer’ om als gevolg van zijn narcistische kwaal uit rancune over zijn aanstaande nederlaag nog zoveel mogelijk slachtoffers te maken. ZINLOOS!!
Voor zover een oorlog überhaupt zinvol is natuurlijk.
Elk verdrag en stilzwijgende oorlogsgebruiken om zo weinig mogelijk slachtoffers te maken aan beide kanten worden geschonden. In een oorlog vallen immers geen afspraken te maken.
Rationeel denken moet blijkbaar plaats maken voor irrationeel gedachtegoed.
Als de 16-jarige soldaat wat rationeler nagedacht had, had Tony nog….

Hoe zal Kerst in 1944 geweest zijn voor Tess, Tony’s moeder….al maandenlang geen brief gehad van haar enige zoon. Doordat hij onder een schuilnaam diende, duurde het lang voordat zij bericht kreeg: ‘Deceased and killed in action…. Tony Flanaghan serving as private Frederick Kelly’
Haar rode halssnoer heeft ze nooit meer teruggezien…..? Tess overleed in november 1946 op 44-jarige leeftijd. Vlak voordat ze de ‘Festive season’ zoals de Engelsen de kersttijd zo sfeervol benoemen, weer zou moeten proberen te overleven. Emotioneel gezien dan.
Pathetisch drama? Toch willen Jeanne en ik even stilstaan bij wat Tony’s moeder gevoeld moet hebben tijdens die kerstdagen van 1944. Maar ook in 1945, toen Nederland bevrijd was.
Waarom Tony? En zo vlak voor de capitulatie van Duitsland!
Het leven zit vol pathetische drama’s. Degene die zich daarvoor openstelt, zal ook eerder de positiviteit van gelukkige momenten herkennen en kunnen ondergaan.
Degene die zich daarvoor afsluit kent minder dieptepunten maar ook minder hoogtepunten.
Dit verhaal staat symbool voor al die andere moeders (en natuurlijk ook vaders) die om wat voor reden dan ook de kersttijd het liefst over zouden willen slaan. Vanwege de bijna altijd grotere emotionele lading die de hele ambiance met zich meebrengt.

Bij mijn zoektocht naar muziek passend bij dit verhaal, stuitte ik op ‘The September of my years’.
De sfeer past goed bij het bovenstaande verhaal: Tony is op 29 oktober gesneuveld. Midden in de herfst.
De foto op de CD-hoes geeft de sfeer weer die Tony de laatste minuten van zijn leven heeft geproefd. De eenzame persoon in het landschap staat symbool voor het bezoek van zijn nichtje Tess Flanaghan, vernoemd naar Tony’s moeder. Zij bezocht enkele jaren geleden zijn graf op het Ulvenhoutse kerkhof en de plaats waar Tony gesneuveld is.
Zijn ‘September of HIS years’ leek nog zo’n goede overgang te worden naar een beter leven. Tony’s laatste levensogenblikken lieten een herfst zien in al zijn pracht. Met een landschap dat hem de herinnering gaf aan thuis, Tuam in Ierland.
In enkele seconden werden zijn laatste impressies ruw verstoord door de grauwe werkelijkheid van de Tweede wereldoorlog.

Ook in het leven van Jeanne en mij proberen we nog iets te maken van: ‘The september of OUR years’.
Dat lijkt dramatisch te klinken. Maar we proberen in ons leven nog een zinderende herfst in het verschiet te hebben. En dan hebben we de feestdagen nog tegoed!!
Jeanne en ik wensen jullie een prettige ‘September of YOUR years’, in een mooie, gezellige kerstsfeer. Hoe zwaar die soms ook kan zijn….